Bedrijfsprofiel: SIP

De Sloveense fabrikant SIP is wereldwijd bekend om haar oogstmachines voor gras. De fabrikant kan terugblikken op een lange traditie en exporteert haar producten naar meer dan 45 landen, met Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Italië als koplopers.

Farmers of Europe had een gesprek met marketingdirecteur Mihael Miheljak van het SIP-hoofdkantoor in Šempeter, Slovenië.

SIP heeft grote ambities, dat is vanaf het begin duidelijk. Het bedrijf wil een toonaangevende specialist worden in maai- en graslandoogstsystemen. Het bedrijf is gespecialiseerd in drie segmenten: lichtgewicht oplossingen voor gespecialiseerde alpiene en bergboeren, een robuustere lijn voor middelgrote landbouwbedrijven en loonwerkers en zware systemen voor grootschalige landbouwprojecten.

De geschiedenis van het bedrijf begint al in 1954 met de oprichting van “Agroservis”, een werkplaats voor onderhoud en dienstverlening voor landbouwmachines.

Geschiedenis

Stichting

“In het eerste decennium fungeerde het bedrijf als werkplaats voor onder meer Steyer, Zetor, JO-BU en Carlo Pesci-producten”, legt Mihael uit. “De werkplaats produceerde ook verschillende industriële machines, maar de productie van machines voor de landbouw begon pas rond 1960.”

De naam “SIP” werd in 1967 ingevoerd en verving dan “Agroservis”. Geleidelijk aan liet de onderneming de productie van industriële machines achter zich om zich vanaf 1969 toe te leggen op de serieproductie van landbouwmachines.

In 1971 bereikte het bedrijf een eerste mijlpaal in een lange rij met de productie van de eerste laadwagen, SIP’s meest representatieve product uit de jaren zeventig. Veel van de laadwagens uit die tijd worden vandaag de dag nog steeds gebruikt. Al snel moest het bedrijf uitbreiden en twee jaar later werd een eerste nieuwe productiehal van 8400 m2 gebouwd voor de toen 300 werknemers. De eerste merkproducten van SIP rolden uit de fabriek.

SIP in de jaren tachtig

De periode 1978-1987 stond in het teken van de export, de uitbreiding van het produktiegamma en de toename van het aantal werknemers van de onderneming. Deze jaren, die volgden op de lancering van de eerste rotorhark in 1979, waren ook die van de prototypes.

“Het was een bloeiperiode voor SIP, met talrijke investeringen (in ontwikkeling), de lancering van nieuwe machines en de aankoop van licenties. SIP patenteerde de eerste dubbele rotorhark met zijafvoer van de markt in 1982, en de eerste maaier met kneuzer vijf jaar later! Het aantal werknemers is nooit onder de 1000 gekomen, met een piek van 1356 in 1985, waardoor het bedrijf een van de meest vooraanstaande Europese fabrikanten van landbouwmachines is geworden”

Rebranding, begin van deelname aan beurzen en export

SIP onderging een eerste rebranding in 1992 met de overgang naar een groene kleurzetting voor haar producten. Het rood was echter al zo typerend voor het merk dat het al snel terugging naar deze kleur. In 1994 werd de productie uitgebreid met de introductie van dubbelassige tractormaaiers. Ondertussen ontdekte SIP landbouwbeurzen zoals EIMA en Agritechnica en begon de traditie om daaraan deel te nemen.

De jaren negentig waren ook een tijdperk van expansie voor de onderneming, met de eerste exporten naar de Verenigde Staten en Australië in 1995. Met een aanwezigheid in 26 landen via meer dan 50 dealers, was SIP nu over de hele wereld bekend.

Spider, Big Roto en Big Laser

Eind jaren negentig, begin jaren 00 introduceerde SIP diverse innovaties, zoals de 8 meter werkbreedte technologie en een tandemas, gepatenteerd voor zowel één- als tweerotor-harken.

In 1999 werden een nieuwe Eisenmann verflijn en een plaatlasersnijmachine aan de productiehal toegevoegd, waardoor de productie van drie innovaties in de daaropvolgende jaren mogelijk werd.

“De modulaire rotor voor rotorharken werd voor het eerst uitgebracht in 2004″, vervolgt Mihael, “na de 6-rotorhakselaar Spider 800 voor 8 meter werkbreedte en de eerste drievoudige maaicombinatie Big Roto, beide uitgebracht in 2000. Big Roto werd in 2004 vervangen door de verbeterde schijvenmaaiercombinatie Big Laser, voorzien van hydropneumatische vering.”

SIP vandaag

In 2009 lanceerde SIP de Silvercut Disc 900 C FC, de eerste vingerkneuzercombinatie van 9 meter op de markt, uitgerust met een hydropneumatisch veersysteem en een veiligheidssysteem met schijfaandrijving, alvorens vier jaar later over te gaan tot een tweede rebranding.

“Tijdens deze rebranding onderging het merk een visuele transformatie die de kernwaarden van SIP moet belichamen: duurzaamheid, efficiëntie en bruikbaarheid”. Het oude logo, dat Europa en Zeus voorstelde in de vorm van een stier – gebaseerd op een reliëf uit een Romeinse graftombe die in Šempeter is gevonden – werd volledig gerestyled.

SIP introduceerde in deze periode ook de 15 meter werkbreedte technologie, met de lancering in 2011 van de Spider 1500|10 T, een 15 meter schudder uitgerust met het gepatenteerde hydraulische verstelsysteem voor de schudhoek. Tegen 2015 stelde het merk een complete set machines met een werkbreedte van 10 meter voor, met daarbovenop een set machines met een werkbreedte van 15 meter tegen 2017.

“Onze SIP Air-opraapharken, ook in 2017 gelanceerd, zijn onze toekomstgerichte machines met de modernste soepele opraaptechnologie.”

De exportvisie van SIP

“Export vertegenwoordigt 80% van de omzet van SIP”, zegt Mihael. “Het is vanaf het begin belangrijk geweest voor ons bedrijf. Tot 1991 was deze export hoofdzakelijk gericht op de Balkan, Oost-Europa, Oostenrijk, Duitsland en China. Na 1991 werden wij door de geopolitieke omstandigheden gedwongen om nieuwe klanten over de hele wereld te zoeken en tegen 1995 waren wij begonnen met overzeese export, naar Amerika, Noord-Afrika en Australië”

“Vanaf het prille begin hebben wij deelgenomen aan alle belangrijkste beurzen in Europa: van Agritechnica – eerst in Frankfurt, daarna in Hannover – tot FIMA in Zaragoza, Spanje; EIMA (Bologna, Italië); de Internationale Landbouwbeurs van Novi Sad, Servië) tot Techagro in Brno, Tsjechische Republiek.”

Toekomstambities van SIP en de volgende uitdagingen voor de Europese landbouw

Michael stelt vast dat de markt voor landbouwmachines een sterke ontwikkeling doormaakte de afgelopen jaren. Een evolutie die bij SIP niet onopgemerkt is gebleven: “We hebben een overgang gezien bij kleine landbouwbedrijven van trommelmaaiers naar schijvenmaaiers, omdat de technologie meer toegevoegde waarde oplevert voor de klanten: lager stroomverbruik, goedkoper onderhoud, schoner voer, betere gewasregeneratie, enz. In het algemeen schakelen landbouwers over op duurzamere en meer kostenefficiënte oplossingen. Ook in het segment van professionele gebruikers gaan de trends in de richting van een hogere efficiëntie.”

Milieu en klimaat hebben de markt aanzienlijk beïnvloed. Aangezien de winters elk jaar warmer en de zomers droger worden, wordt de werkperiode veel langer dan in het verleden: “in sommige gebieden op het noordelijk halfrond maaien loonwerkers nu bijna het hele jaar door, zelfs in december en januari. Dit komt doordat de hoeveelheden hooi in de zomer kleiner zijn als gevolg van het droge weer, zodat in de winter ook hooi – veelal gewikkelde balen – moet worden geproduceerd om over voldoende hooi voor het vee te beschikken. Aangezien de winters steeds warmer worden, stopt de plantengroei nooit zodat de landbouwers ook tijdens de winterseizoenen in kwantiteit kwalitatieve voergewassen kunnen telen”, zegt hij, waarbij hij onderstreept dat flexibiliteit van cruciaal belang zal zijn voor onze sector.

“Aannemers zullen hun klanten flexibele opties moeten bieden om enerzijds aan hun behoeften te voldoen en anderzijds geen tijd en geld te verliezen. Om de productiviteit en de capaciteit met het dagelijkse werktempo te verhogen, zal de markt vragen om efficiëntere machines, bredere werkbreedtes en meer flexibiliteit. In de toekomst zal er meer vraag zijn naar slimme landbouwopties die loonwerkers en gebruikers in staat stellen flexibeler en efficiënter te werken. Elektrische oplossingen zijn bij ons nog niet in vraag, maar met de ontwikkeling van efficiënte elektrisch aangedreven tractoren zal de markt zich moeten aanpassen aan de elektrificatie en digitalisering van landbouwmachines”