Corona en de landbouw: hoe groot is de impact op onze sector?

Voor ieder onder ons is het de eerste keer dat we te maken krijgen met een pandemie zoals de corona-uitbraak. De impact was niet in te schatten maar maatregelen moesten getroffen worden en keuzes gemaakt. Nu de pandemie ongeveer onder controle is, is het tijd om een balans op te maken. Wat zijn de gevolgen voor onze sector?

In december 2019 werden een aantal mensen ziek in Wuhan (China), met symptomen van een longontsteking. Anderhalve maand later werden ook de eerste mensen in Europa ziek, en dan ging het snel. Op enkele dagen tijd sprongen de besmettingen verspreid over Europa met duizenden tegelijk omhoog. Op 11 maart 2020 werd de uitbraak van COVID-19 erkend als een pandemie door het WHO. Nog enkele dagen later namen de meeste Europese landen de beslissing om over te gaan tot het sluiten van landsgrenzen en hun inwoners in een vorm van lockdown te plaatsen. De landbouwsector, samen met aanverwante sectoren, werd aanzien als een cruciale sector, waarin het werk verder kon gaan. Voor de landbouwers op het veld veranderde er eerst weinig, maar de restricties hadden toch een aantal gevolgen. Bij de fabrikanten van machines en materialen maakten een aantal de keuze om hun fabrieken te sluiten om mogelijke besmettingen en verspreiding van de ziekte te voorkomen. Dikwijls is deze keuze ingegeven door de regels die de verschillende landen oplegden.

Op het veld


Aangezien de meeste granen, koolzaad en ruwvoer voor de winter gezaaid worden had de pandemie hier geen invloed op. Maar ook voor de gewassen die in het voorjaar gezaaid en geplant werden was er weinig impact. Omdat de werkzaamheden machinaal gebeuren konden boeren en loonwerkers de nodige afstand respecteren waardoor het werk gewoon verder kon lopen. Dit was anders voor de groente- en fruitsector, waarbij de arbeiders dikwijls dicht bij elkaar moeten zitten. Zowel voor het planten als bij het oogsten zijn veel West- en Zuid-Europese bedrijven afhankelijk van Oost-Europese arbeiders. Door het sluiten van de grenzen en angst voor besmetting bij de arbeiders vielen veel van deze bedrijven zonder arbeidskrachten. De bedrijven gingen, dikwijls geholpen door regionale of nationale federaties, op zoek naar deze arbeidskrachten binnen de landsgrenzen, maar veel plaatsen bleven open staan. Deze oproepen werden gesteund door nationale overheden in landen als Duitsland, België en Nederland. Om de oogst van onder meer aardbeien, tomaten en asperges niet in gevaar te laten komen maakte de Duitse overheid speciale regels op om 40.000 seizoenarbeiders met vliegtuigen te transporteren naar Duitsland. De speciale regels hielden onder meer ook in dat de arbeiders onder een vorm van quarantaine werden geplaatst op de bedrijven waar ze werkten en dat ze geen contact mochten hebben met andere arbeiders. In België en Nederland legde luchtvaartmaatschappij The Aviation Factory speciale chartervluchten in om Roemeense arbeiders van Cluj en Iasi naar Eindhoven te vliegen om te helpen in de Belgische en Nederlandse tuinbouwsector.

“Dat Europa het verkeer van seizoenarbeiders redelijk snel heeft vrij gegeven is op zich positief. Spijtig genoeg waren er tussen de lidstaten onderling wel verschillen te merken”, vertelt Jo Lambrecht, Manager Sales & Marketing van Belorta, één van de grootste coöperaties in Europa, met 1.100 Belgische en Nederlandse aangesloten kwekers. “Uit de aanvoercijfers kunnen we opmaken dat de meerderheid van de aangesloten kwekers hun productie tijdens de corona-crisis op pijl hebben kunnen houden. De impact van het weer lijkt mij groter dan die van de pandemie. Aan de kant van de vermarkting van de producten hebben we wel een rollercoaster gezien in de eerste weken. Zeker in de eerste week van de crisis was er sprake van een meeromzet (tot 30%) omdat mensen aan het hamsteren sloegen. Deze meeromzet was er niet alleen in België maar ook in het buitenland (Belorta exporteert 55% van hun producten, nvdr) De rollercoaster in de particuliere verkoop is wel redelijk snel gestabiliseerd op een hoger niveau dan andere jaren omdat mensen zelf moesten koken aangezien restaurants verplicht gesloten waren. De vraag naar verpakte producten steeg wel opvallend, waarschijnlijk uit vrees voor besmetting.” Op gebied van logistiek en transport waren er in het begin van de crisis een aantal problemen. Trucks mochten de grenzen niet over, maar die regels zijn redelijk snel versoepelt door Europa. Voor de verre bestemmingen was er vooral het gebrek aan containers, die vast zaten in Chinese havens die stil lagen, dat parten speelde en het luchtvrachtverkeer dat stil viel.

De meeromzet in de eerste weken van de crisis wil echter niet zeggen dat de Europese boeren en tuinders positief uit de crisis komen. Bij navraag blijkt dat een grote groep een lagere prijs krijgen voor hun producten, terwijl grondstoffen als zaad, veevoer of medicijnen in prijs gestegen zijn. Dit heeft gevolgen voor de omzet van het bedrijf en de zin of mogelijkheid om te investeren. Daarnaast brengt de situatie ook de nodige stress en zorgen met zich mee.

Prof. Dr. Sebastian Lakner, Professor landbouweconomie aan de universiteit van Rostock, ziet een aantal gevolgen in de toekomst van de corona-crisis. “De crisis heeft een aantal problemen met werkomstandigheden in de landbouwsector bloot gelegd”, haalt hij aan. “In Duitsland waren er bijvoorbeeld 3 slachthuizen met hoge infectiecijfers. Bij verder onderzoek bleek dat de werknemers in slechte omstandigheden samen leefden. Daarnaast zijn er veel landbouwbedrijven en slachterijen die kiezen voor de bedenkelijke optie om werknemers als zelfstandigen in te schrijven of hoge kosten aanrekenen voor de accommodaties die ze ter beschikking stellen. De Duitse overheid heeft daarom het gebruik van onderaannemers in de sector verboden vanaf januari 2021.” Andere claims, zoals dat de landbouw zwaar zou worden aangetast of dat de voedselvoorziening in de EU op het spel staan, konden tot dusver niet worden bevestigd. Wat we volgens Lakner wel konden waarnemen was dat onderlinge handel en goed werkende bevoorradingsketens een belangrijke rol speelden om de bevoorrading tijdens de lock down veilig te stellen. Wereldhandelskwesties kunnen dus nog steeds kritiek worden als sommige exporterende landen exportbeperkingen opleggen. Ten slotte zal de hervorming van het GLB na 2020 in de EU de komende maanden een belangrijk onderwerp worden. De EU-commissie heeft hun biodiversiteit- en “Farm to Fork”-strategie voorgesteld, beide met grote gevolgen voor het landbouwbeleid. Er worden nu pogingen ondernomen om milieuthema’s van de agenda te halen, met de Covid-19-crisis als argument, maar de gepubliceerde feiten ondersteunen dit argument niet. En hoewel dit argument grotendeels is verzonnen, kunnen we vast stellen dat de klimaat- en biodiversiteitscrisis voortduurt. Er staat dus veel op het spel voor de volgende hervorming, maar het is volkomen onduidelijk of de GLB- hervorming ambitieus zal zijn, of dat we de komende jaren een business-as-usual GLB hebben.

In de fabriek

Waar de directe impact van het corona-virus op het veld al bij al nog meeviel, is dat helemaal anders in de fabrieken waar landbouwmachines en toebehoren voor de sector gemaakt worden. Doordat een aantal Europese fabrikanten samenwerken met Chinese leveranciers werd in de eerste weken van de besmetting op verschillende plaatsen, zoals bijvoorbeeld bij JCB, de productie vertraagd door een verwacht gebrek aan onderdelen. Kort nadat het WHO de uitbraak van corona bestempelde als een pandemie namen een aantal fabrikanten de beslissing om hun fabrieken te sluiten. “Op 20 maart nam onze directie de beslissing om alle fabrieken te sluiten, nadat eerder al de Italiaanse productielocaties gesloten waren,” vertelt Silvia Kaltofen, PR Manager Europe van CNH Industrial. “Ondertussen zijn alle productielocaties terug actief, maar de gezondheid en veiligheid van onze werknemers blijft onze prioriteit bij het nemen van beslissingen rond het terug opstarten van productielijnen. Daarom volgt ons bedrijf alle nationale richtlijnen, implementeren we strikte maatregelen en volgen we ‘best practices’ die we ook intern wereldwijd delen. De laatste beslissing werd ook genomen in overleg met alle sociale partners in de landen waarin de onderneming actief is.”
Ook het Spaanse Ovlac sloot de deuren. “Door beslissingen van de Spaanse overheid waren wij genoodzaakt om onze fabriek gedurende 8 werkdagen te sluiten,” zegt Pablo Gutierrez, Communicatie-directeur van Ovlac. “De gevolgen van de sluiting, en van de corona-crisis op zich, zijn verwaarloosbaar voor ons. Er zijn geen personeelsleden ziek geworden, onze leveranciers zijn ons blijven bevoorraden met onderdelen en ook de bestellingen zijn terug op een normaal peil na een kleine dip in de eerste weken. Als we iets geleerd hebben uit deze crisis is het dat telewerken een werkbare optie is voor ons bedrijf. Op die manier kunnen we efficiënter werker en tegelijk tijd sparen omdat er geen transport van en naar kantoor meer is.” Volgens Gutierrez zal de pandemie ook geen grote gevolgen hebben in de toekomst. “We denken dat, of het nu wijs is of niet, het leven na enkele maanden voor 90% naar terug het gekende “normaal” gaat evolueren.

Andere bedrijven die hun productie volledig hebben stil gelegd zijn onder meer JCB, Kuhn, Merlo, Deutz-Fahr en Manitou. Daarnaast waren er een aantal fabrikanten die hun productie moesten verlagen. Zo zette Claas een rem op de productielijn, maar ook Agco moest de fabrieken van Marktoberdorf and Asbach-Bäumenheim stil leggen bij gebrek aan onderdelen, terwijl de andere fabrieken van het concern verder konden produceren. De motorenfabriek van John Deere in Saran (FR) moest noodgedwongen stil gelegd worden, wat gevolgen had in de rest van de productielijn. Een aantal fabrikanten benutte de vrijgekomen productiecapaciteit door veiligheidsmaterialen te produceren. JCB maakte stalen behuizingen voor ventilatoren in hun cabinefabriek in Staffordschire. Zowel Massey Ferguson in Beauvais (FR) als John Deere zette hun 3D-printers in om gezichtsmaskers en bevestigingsmateriaal voor gezichtsbescherming te printen. Tussen half en eind april werden de meeste fabrieken terug opgestart, eventueel na eerst uitgebreid ontsmet te zijn.

Er waren echter ook fabrikanten die niet sloten, maar de productie gewoon door lieten lopen. “De landbouwsector is tijdens deze pandemie een cruciale sector gebleken. Als fabrikant in deze sector hebben wij er alles aan gedaan om operationeel te blijven”, zegt Tine Coopman, Marketing & Communications Manager van AVR. “De impact van de pandemie was niet erg groot op ons bedrijf. De meeste orders waren al binnen in de periode november-januari, en er zijn geen contracten geannuleerd. We hebben wel wat extra ziektegevallen gehad in de eerste weken van de uitbraak, maar niemand die effectief besmet was met het virus. Om de veiligheid en gezondheid van onze werknemers te garanderen hebben we de nodige maatregelen getroffen en er voor gezorgd dat deze ook strikt gevolgd werden. We volgen al de hele periode de nieuwe richtlijnen die door de overheid zijn uitgevaardigd. Er is een minimumbezetting op onze kantoren, wie kan telewerken doet dit. Onze productiefaciliteiten zijn ruim zodat de mensen in productie niet onnodig in elkaars buurt hoeven te komen. Bedrijfsbezoeken zijn uitzonderingen, maar dienen volgens de covid-maatregelen te verlopen en dit wordt aangehouden zolang dit nodig blijkt. Wij hebben natuurlijk de digitale technieken omarmd. Zo hielden we onder andere een digitale persconferentie, iets wat voor machine addicts toch wel echt nieuw is.”

Ook het Sloveense SIP kon de productie gaande houden. “De hele corona-crisis heeft Slovenië gelukkig niet zo hard geraakt zoals in andere Europese landen. Hierdoor konden we zonder onderbrekingen doorgaan met de productie”, zegt Miha Miheljak, directeur Marketing van SIP. “Alle maatregelen die we hebben genomen om onze werknemers te beschermen, waren succesvol sinds het begin van de crisis en de SIP-fabriek heeft de productie nooit stopgezet. Aangezien we voornamelijk op Europese leveranciers vertrouwen, hadden we geen enkele onderbreking bij de levering van componenten. We hebben in deze periode zelfs bijna 100% van onze productiecapaciteit bereikt. Wel moesten verschillende shows en demonstraties annuleren omwille van de opgelegde reisbeperkingen. Ook de veldondersteuning werd door deze maatregel verstoord.”

Of er gevolgen gaan zijn op lange termijn voor de fabrikanten is onduidelijk. De pandemie heeft wel een invloed op de kijk van bedrijven op het gebied van zaken doen. “Ons management evalueert natuurlijk voortdurend de gevolgen van deze crisis voor ons bedrijf”, zegt Silvia Kaltofen (CNHi). “Op basis van de evolutie van de pandemie en het gevolg op de resultaten van ons bedrijf zal zij op het juiste moment beslissen over de noodzakelijke maatregelen. We hebben natuurlijk verschillende mogelijke uitkomsten gemodelleerd, dus we zullen klaar zijn om tijdig te reageren.”
“Het is moeilijk om de situatie te evalueren, aangezien ze in continue verandering is, maar we geloven dat we op termijn wel zullen evolueren naar een normale situatie”, vult Kaltofen nog aan.
“De maatregelen hebben een domino-effect. Door het verplicht sluiten van de horeca is de markt van de fritesaardappelen in elkaar gestort. Dit belast alle achterliggende schakels, en treft dus ook onze klanten, de aardappeltelers. Daardoor zal de order intake voor 2021, zeker in België, vermoedelijk wat onder druk staan”, vertelt Tine Coopman (AVR). “Maar we hebben in België al jaren gehad met een gemiddelde prijs voor de aardappelen van €2,5/100kg, dit jaar verwachten we een hogere gemiddelde prijs. Op lange termijn had het voor ons dus zeker slechter kunnen aflopen.”

Volgens Miha Miheljak van SIP zal het echte effect op het bedrijfsleven in de laatste twee kwartalen van het jaar volgen, indien Europa  getroffen wordt door een tweede golf van Covid-19. “In de toekomst zal de Europese Unie moeten vertrouwen op de binnenlandse voedselproductie; daarom zal steun voor Europese boeren van cruciaal belang zijn om de onafhankelijkheid van de voedselvoorziening voor haar burgers te behouden”, verklaart hij nog.

  

Beurzen


Ook voor de landbouwbeurzen verspreid over het Europese continent heeft de pandemie de nodige gevolgen. Door verschillende nationale maatregelen op gebied van evenementen met meer dan 100 of 1.000 personen kunnen beurzen niet doorgaan. Sommige worden uitgesteld naar het najaar, bij anderen wordt de editie 2020 geannuleerd. Zo wordt onder andere het Deense Maskiner under Broen uitgesteld naar 2022. Het EIMA Bologna, dat normaal halverwege november door zou gaan is uitgesteld naar februari 2021 en ook SIMA, dat dit jaar voor het eerst in november zou door gaan is naar februari uitgesteld. Normaal vond SIMA altijd plaats in februari, maar de organisatie besliste de beurs te verplaatsen naar november in de even jaren. Door de corona-pandemie is de organisatie dus gedwongen om terug te gaan naar hun traditionele datum. “We kregen als organisatie van verschillende exposanten de vraag om de beurs voor deze editie terug te laten doorgaan op de traditionele datum”, verklaart Isabelle Alfano, beursdirectrice van SIMA. “De corona-crisis heeft de firma’s in de sector hard getroffen, ook op financieel vlak. Daarom kwamen wij hun graag tegemoet in hun vraag, en hebben we beslist om de volgende editie van de beurs in februari 2021 te laten doorgaan.” In België werd ten gevolge van de pandemie de Foire de Libramont geannuleerd, in Nederland zijn zowel de Aardappeldemodag als AgroTechniek Holland geannuleerd voor dit jaar. In Duitsland worden de DLG Feldtage en EuroTier/EnergyDecentral verplaatst naar 2021. Dit wil zeggen dat 2021 een zeer druk beursjaar wordt, met zowel het EIMA als SIMA in februari, de DLG Feldtage en Agritechnica in Duitsland en nationale beurzen zoals Agribex (België), ATH (Nederland), Maskin-Expo (Zweden), Agromek (Denemarken) en nog vele anderen.

“Als organisatoren van Agritechnica, EuroTier en Feldtage hebben we het hele jaar door nauw contact met de exposerende bedrijven. Deze continue inzet voor de landbouwsector op een praktisch niveau stelt ons in staat om geschikte data te selecteren, en dit geldt ook in het geval van uitstel van een show”, verklaart Peter Grothues, de Managing Director van het Exhibitions Department van de DLG. “Allereerst is het nodig om feedback te krijgen van de bedrijven en boeren waartoe we al toegang hebben via onze werkgroepen en leden. Onze selectie van data voor 2021 wordt gedreven door deze twee groepen, boeren en exposerende bedrijven. De corona-pandemie heeft dus geen invloed op onze beursdata in 2021.”

“Ik denk dat 2021 een uitdagend jaar zal worden vol ‘speciale edities ’, omdat we ons allemaal moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. De afgelopen vier maanden hebben we echter al veel nieuwe kennis verzameld over hoe we effectief met deze situatie kunnen omgaan. De Covid-pandemie heeft ons ook de ruimte gegeven om nieuwe en creatieve ideeën te bedenken voor onze beurzen en evenementen, waardoor we in de toekomst mogelijk nog meer mensen kunnen bereiken. Het doel van de DLG is om kennis te vergroten, voor ons zijn tentoonstellingen een fantastisch hulpmiddel dat efficiënte kennisuitwisseling tussen boeren en fabrikanten mogelijk maakt. We zijn erop gefocust om die tool efficiënter te maken. Niemand weet wat er de komende twee jaar zal gebeuren, maar ik ben ervan overtuigd dat we doorheen de tijd veel zullen leren dat ons zal helpen terug te keren naar een nieuw normaal waar boeren nog steeds baat halen uit beurzen”, besluit Grothues .

 

Nu, ruim zes maanden na de uitbraak van de pandemie in Europa, blikken we terug op een eerder ongeziene periode. De landbouwsector werd bestempeld als een sector van kritisch belang, een herkenning van het werk dat door vele handen op velden, in serres en stallen werd en wordt gedragen. Komen we als sector ongeschonden uit deze crisis? Voor zo ver we samen kunnen nagaan valt de impact beter mee dan gevreesd. Maar dat er een impact is, dat is zeker. De landbouwsector is een sector van lange adem, waarbij keuzes die vandaag gemaakt worden pas over enkele maanden resultaten opleveren. Waar in andere sectoren de gevolgen quasi direct merkbaar zijn, gaat onze sector de echte gevolgen van deze pandemie maar vertraagd zien, verspreid over maanden en jaren.

 

Tekst: Antoon Vanderstraeten

Beelden: Antoon Vanderstraeten & Fabrikanten

 

 

Dit artikel verscheen in Farmers of Europe Magazine nr. 1.

Klik hier om het magazine gratis te lezen.

 

Author: Kim Schoukens

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *