Melken in de schaduw van Brussel

Verstedelijking is een groot probleem in Vlaanderen!”

Bart Vanderstraeten (38) runt samen met zijn vrouw Marijke (31) een gemengd bedrijf in Merchtem, een dorp net buiten Brussel (België). Naast melkvee en akkerbouw gebeuren er op de boerderij ook boederijkampen voor kinderen en zijn er teambuildings voor bedrijven. Verschillende gewassen van eigen kweek worden in de hoevewinkel verkocht, wanneer deze gesloten is kunnen de klanten nog terecht in de automaten aan de straatkant.

Bart is de 4de generatie op het “Het Koeweidehof”, zoals de boerderij gedoopt is. De ouders van Bart, die nog actief zijn op het bedrijf, hadden een uitgebreide kudde Belgisch Witblauw vleesvee, verschillende akkerbouwteelten en in de winter werd er grondwitloof gekweekt. Bart zette echter de stap naar melkvee. “Melkvee zorgt voor een vrij hoog saldo per hectare,” vertelt Bart. “Akkerbouwteelten zijn seizoensgebonden en zijn volatieler in saldo per hectare. De investering in de stal en uitrusting was niet klein, maar als de rekening klopt is ze te verantwoorden.”

Een nieuw melkveebedrijf starten is geen kleine opgave. Gelukkig had Marijke thuis al ervaring met melken en kwam haar moeder geregeld langs om Bart de kneepjes van het vak te helpen leren.

Melken met de robot

Bart en Marijke kozen bij de bouw van de nieuwe stal direct voor een robot. In juni 2012 werd begonnen met het bouwen van de stal, de eerste koeien kwamen binnen in november. In 2015, na het einde van het melkquotum, breidde de kudde uit tot een 120tal koeien en kwam er een tweede robot bij, opnieuw een Lely Astronaut A4. “Ik ging in het begin nog voltijds werken”, legt Bart uit, “moeilijk om te combineren met traditioneel ochtend- en avondmelken. We begonnen met een nieuw bedrijf, dus konden alles volledig naar onze hand zetten. We hadden geen ervaring met traditioneel melken, zodat we ook alle voor- en nadelen tegen elkaar konden zetten op een objectieve manier.” Voor Bart is een groot voordeel van robotmelken de continue data die verzameld wordt, niet alleen tijdens het melken maar ook overdag, realtime, bij het rondwandelen of herkauwen. Bij traditioneel melken kijk je tegen de uier aan, terwijl de robot een massa statistieken weergeeft. “Voor je effectief uierontsteking vast stelt zijn er al een heleboel andere symptomen gepasseerd die je misschien niet opmerkte, zoals een verlaagde activiteit van de koe, minder herkauwen, lichte koorts en zo verder. De robot meet dat veel sneller uit, zodat ik de koe apart kan zetten en haar kan behandelen met lichte medicatie in plaats van antibiotica. Die wil ik enkel gebruiken wanneer het echt niet anders meer kan. Ook wordt de koe dan 4 keer gemolken per dag in plaats van 2 of 3 keer zodat de druk op de uier verlicht wordt. Zo voorkom ik dat de koe te ziek wordt en beperk ik het verlies van melk. Het verlies van melk door uierontsteking kan al snel oplopen tot 750 liter!” De rust in de stal bij Bart en Marijke is opvallend. “Ik ben er van overtuigd dat ik mijn dieren beter ken dan iemand die traditioneel melkt, de uren die zij in de put doorbrengen, breng ik tussen mijn dieren in de stal door.”
De koeien van Bart en Marijke geven gemiddeld tussen de 34 en 36 liter per dag. Het zijn topatletes waarmee niets verkeerd mag lopen. Door geregeld tussen de dieren te lopen en met de statistieken van de robots kunnen de dieren heel snel opgevolgd worden. “Een manke koe mag je geen week laten lopen! Die gaat bij mij direct in de kapbox zodat ik ze zo snel mogelijk kan verzorgen. Mank lopen kost al snel een liter of 2 melk/dag. Door ze zo snel op te volgen zie ik de dag nadien al resultaat”, verduidelijkt Bart nog.

Voeren met de robot
Naast de Lely melkrobots leverde de Nederlandse fabrikant ook een volledige voerrobot. “Bij de uitbreiding van de kudde werd de voermengwagen te klein. Ik moest 5 wagens vullen en was al snel 2,5u per dag bezig enkel met voeren van alle dieren op het bedrijf. Ik heb toen enkele pistes bekeken, zoals een nieuwe combinatie voor mijzelf, maar ook een grotere zelfrijdende voermengwagen om ook bij anderen te gaan voeren als loonvoerder,” herinnert Bart zich. “In die periode kon ik nog rekenen op externe hulp, maar toen die wegviel en bij gebrek aan interesse van andere boeren schoof ik het idee van loonvoeren ook opzij. Tijdens een babbel met Lely kwam het concept van robotvoeren op tafel. Na wat rekenwerk koos ik voor die oplossing.” Het automatisch voeren levert Bart naast tevreden koeien ook extra tijd op. 2 maal per week moet de keuken aangevuld worden, de rest van de tijd regelt de robot zelf wanneer er gevoerd wordt. Zo ligt er altijd vers voer voor het hek.

Vlas als nieuwe akkerbouwteelt

Het Koeweidehof kent ook een uitgebreide akkerbouwtak. Er wordt ongeveer 160 hectare grond bewerkt, waarvan de helft dient voor ruwvoerproductie voor het melk- en vleesvee. De andere helft wordt gebruikt voor onder meer aardappelen, uien, granen, korrelmaïs en sinds 2019 ook vlas. “De verstedelijking in Vlaanderen maakt landbouwgrond schaars. Daarnaast kunnen gronden door iedereen gekocht worden. Zo worden veel percelen opgekocht door mensen buiten de sector, dikwijls gelegenheidsaankopen als investering. Dergelijken mensen kunnen aanzienlijk meer betalen dan wij als jonge boeren. We moeten die gronden dan opnieuw gaan huren aan dikwijls hoge prijzen. Het is dan cruciaal op zoek te gaan naar teelten die de hoge huurprijzen verantwoordbaar maken.” Marijkes ouders hebben ook een akkerbouwtak op hun bedrijf. In 2016 werd een grote aardappelopslagloods gebouwd zodat de jonge landbouwer zelf ook kon beginnen aardappelen stockeren in deze loods. De bedoeling is dat in de toekomst het bedrijf zou evolueren naar 2 locaties. Melkvee op het Koeweidehof, de akkerbouwtak in Londerzeel, 14 kilometers verderop. Wanneer de ouders van Bart stoppen met boeren zal het vleesvee en het grondwitloof waarschijnlijk uitdoven.

 

De uitbreiding van Brussel en de omliggende dorpen zorgt voor een stijgende druk op de landbouwgronden. Voor de (jonge) boeren is hun grond een economisch gegeven, maar de burgers zien de velden als een mogelijkheid tot ontspanning. Ook het opkopen van gronden door burgers om deze uit de landbouw te nemen door er bijvoorbeeld tuinen van te maken zorgt voor stijgende prijzen. “Binnen Europa heeft elke regio wel zijn problemen of eigenaardigheden. Bij ons is het de verstedelijking en de daaraan gekoppelde gevolgen. Ik hoop dat de bevoegde mensen binnen de EU hier in de toekomst echt rekening mee gaan houden”, verzucht Bart nog.

Biogas

Bart maakte van in het begin de keuze om biogas te winnen uit zijn mest. Omdat er van 0 gestart werd met het bedrijf kon de installatie optimaal geïntegreerd worden. Zo is onder meer de stalvloer aangepast om de mest zo vlot mogelijk af te voeren door middel van een mestschuif. “De melk- en voerrobots vragen hun aandeel stroom. De elektriciteitsprijs ging op enkele jaren tijd met ruim 70% omhoog, voor een bedrijf als het mijne zou dat een enorme kostprijsverhoging geven per liter geproduceerde melk. Door de mest te laten vergisten in een pocketvergister van Biolectric maak ik mijn eigen groene stroom voor mijn bedrijf.” De eerste kleine vergister werd samen met de stal in 2012 gebouwd. Afgelopen winter werd hij vervangen door een iets grotere installatie van 22 kW. De koemest wordt via een mestschuif in een kleine put gebracht langs waar deze in de vergister gepompt wordt. De gefermenteerde mest wordt van daar uit naar de mestopslag verpompt. Het opgevangen gas wordt door een motor omgezet in elektriciteit. Het digestaat gebruikt Bart als meststof op zijn grasland en velden.

 

Op reis met de jonge boeren
Bart en Marijke leerde elkaar kennen tijdens een reis van de Groene Kring, een Vlaamse vereniging voor jonge landbouwers waarin ze beiden actief waren. “Tijdens de reis door Duitsland bezochten we onder meer de fabriek van John Deere,” herinnert Bart zich. “Ik was net afgestudeerd en dacht helemaal niet aan landbouwer worden. Ik ging aan de slag bij de Groep Aveve waar ik onder meer gewasbeschermingsproducten verkocht. Toen thuis stilaan werd gesproken over stoppen met de boerderij begon het bij mij te kriebelen. Het zou zonde geweest zijn om het werk van mijn ouders en grootouders verloren te laten gaan.”
Bart en Marijke volgden beide een hogere landbouwopleiding. Marijkes achtergrond thuis maakte de keuze voor melkvee gemakkelijker. Door de nieuwe bedrijfstak was het voor haar ook gemakkelijker om op een nieuw bedrijf haar plaats te vinden. Daarnaast introduceerde ze ook de boerderijkampen voor kinderen en teambuildings FarmFun voor bedrijven op het Koeweidehof.

 

Verschil op de regels tussen EU en Vlaanderen

De impact van de regelgeving van Europa is op een bedrijf als dat van Bart niet te onderschatten. Daarnaast gelden ook Belgische en Vlaamse regels. Bijvoorbeeld op gebied van vergroening moeten er met de verschillende regels rekening gehouden worden. “Wij hebben een gemengd bedrijf, we hebben dus automatisch genoeg verschillende teelten. Voor landbouwers met enkel melkvee en het daarbij horende maïs en grasland ligt dit anders, die moeten dan op zoek naar een derde teelt. De verschillen in regels zorgen dikwijls voor verwarring. Zo zijn de omschrijvingen van “vanggewas” anders bij de lokale Vlaamse wetgever dan bij de EU. Bij de VLM (Vlaamse LandMaatschappij) mogen er geen vlinderbloemigen in het mengsel zitten, terwijl dit bij de EU regels wel mag. Dit maakt het voor ons extra moeilijk!”

 

 

Bart & Marijke baten samen het Koeweidehof uit,  een gemengd bedrijf in Merchtem (België), net buiten Brussel. In november 20012 begonnen zij met een nieuwe melkveestal. Voor zowel het melken als het voeren kozen ze resoluut voor robots. Van de mest van de koeien wordt biogas gemaakt die omgezet wordt in elektriciteit voor het bedrijf.

Je kan het Koeweidehof volgen op Facebook.

 

 

 

 

Tekst: Kim Schoukens

Beelden: Antoon Vanderstraeten

 

Dit artikel verscheen in Farmers of Europe Magazine nr. 1.

Klik hier om het volledig magazine te lezen. 

 

 

Author: Kim Schoukens

1 thought on “Melken in de schaduw van Brussel

  1. Leuk artikel. Vlot leesbaar.
    Het is een mooi relaas van hoe een bedrijf evolueert in de tijd.
    Het is ook een mooi voorbeeld van hoe jonge mensen, beiden vanuit hun familiale achtergrond, opnieuw kiezen voor het leven in de landbouw.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *