Vervaet: van klein familiebedrijf naar speler van formaat

Het Nederlandse Vervaet is in Europa zeker geen onbekende wanneer het op verspreiden van mest of rooien van bieten aankomt. In de fabriek in Biervliet wisselt de productie van bietenrooiers en mest-trikes elkaar af volgens de seizoenen.

 Hoe het begon
Het verhaal van Vervaet begint in 1957, wanneer Frans en Richard Vervaet, zonen van loonwerker Jef Vervaet en zijn echtgenote Madeleine, hun eigen bedrijf opzetten. “Alles wat een motor had, herstelden en onderhielden ze”, weten ze bij het Nederlands bedrijf. “Van koelkasten tot bromfietsen en van auto’s tot tractoren”.  Door de explosieve opkomst van de mechanisatie in deze periode kwam er veel vraag, en in 1958 verkregen de broers het dealerschap van Nuffield tractoren. Het klantenbestand en het bedrijf groeiden, en tegen 1960 werd een nieuw pand gebouwd in Biervliet. Vervaet verkreeg het dealerschap voor Simca en McCormick erbij en moest in 1961 alweer uitbreiden.

Om de continuïteit en de groei van het bedrijf te kunnen verzekeren, werden begin jaren ’70 verschillende collega-bedrijven overgenomen. Vervaet stapte over van McCormick naar een dealerschap voor John Deere, en de rest is geschiedenis.

Eigen productie
In het loonbedrijf van vader Vervaet waren intussen een aantal van zijn 10 kinderen ingestapt. Walter en Marcel Vervaet hadden destijds nood aan een zelfrijdende machine voor de bietenoogst, en al snel werd er nagedacht over de ontwikkeling van zo een machine.

Die ontwikkeling kwam er in 1974 dankzij een samenwerking tussen Frans, Richard, Tonnie, Walter en Marcel Vervaet met de bouw van een zelfrijdende een-fase bunkerrooier voor suikerbieten volgens het principe van een combine: oogsten voor de machine en het product verzamelen in een grote bak. Tijdens het zeer natte najaar van 1974 werd het nut van de nieuwe machine bewezen: zij kon doorwerken dankzij haar grote aangedreven wielen waar door tractor getrokken rooiers vastliepen. Dankzij de machine kon het ontbladeren, rooien en afvoeren door slechts één persoon worden uitgevoerd, een ware revolutie ten opzichte van het gangbare rooien in twee of drie fasen. Het concept van een zelfrijdende bietenrooier sloeg echter niet direct aan, en Vervaet moest veel energie steken in mensen overtuigen. Ook de ontwikkeling van de machine verliep minder vlot dan gehoopt.

Vier jaar na de bouw van de eerste bunkerrooier doet de familie Vervaet nog een poging naar een nieuwe, betere machine in samenwerking met het bedrijf Heyens (Hulst). Heyens had een concept zonder ontbladeraar, maar met een beter rooisysteem. Het werd een succes: de machine leverde goede prestaties in het veld en kreeg veel belangstelling. De bunkerrooier was duurder in aanschaf dan traditionele machines, maar voordeliger in gebruik.

Na een paar jaren werden de eerste machines ingeruild voor nieuwe en werden de gebruikte gereviseerd en aangepast aan de nieuwste technieken. Ze waren technisch nieuw en werden opnieuw verkocht met garantie. Een methode die het bedrijf geen windeieren zou leggen.

Tegen het begin van de jaren ’80 hadden de hydraulische aandrijvingen hun intrede gedaan bij de machines en het comfort van de bestuurder werd aanzienlijk verhoogd door de moderne Claas-cabines.

Hydro Trike
Om de tweede generatie, Robin en Edwin, die stonden te popelen om hun intrede te doen in het bedrijf, de ruimte te geven en verder te professionaliseren werd het bedrijf in 1987 opgesplitst in drie entiteiten: een Mazda autobedrijf, John Deere landbouwmechanisatie en de productie van zelfrijdende bietenrooiers. Twee jaar later kwamen Robin en Edwin het familiebedrijf vervoegen. In 1990 ontwikkelden de broers samen met Dany Dieleman, met het vooruitzicht op de wetgeving voor een verbod op bovengronds uitrijden van drijfmest, een driewielig voertuig voor de injectie ervan. De Hydro Trike was geboren. Voor de productie van de nieuwe machines werd begin jaren ‘90 een fabriek gebouwd in Biervliet. Tegen 1992 werden er jaarlijks 15 Hydro Trikes en nog eens hetzelfde aantal bietenrooiers geproduceerd.

Door het enorme potentieel van de machines en de groeiende vraag boorde Vervaet buitenlandse markten aan in Engeland, België, Frankrijk, Zweden en Denemarken. De productie groeide, en al gauw moest de bestaande fabriek nog eens uitgebreid worden.

17T bietenrooier
Qua bietenrooiers namen de initiatieven van de concurrentie toe en groeide de vraag naar een grotere machine met meer bunkerinhoud, grotere wielen en een betere reiniging van de bieten. Vervaet diende in 1993 van antwoord met het prototype van de 17T bietenrooier. Het nieuw concept sloeg zo goed aan dat er het jaar nadien wordt besloten om de productie op te schroeven van 13 naar 25 stuks.

Vervaet 2000
In 1999 nam Vervaet de volledige productie in eigen handen. Om dit te kunnen realiseren moest de fabriek uitgebreid worden en diende het bedrijf ook meer personeel aan te werven.

Beat Eater en Hydro Trike voor XXL
Waar Vervaet in 1974 de eerste was met een zesrijige rooier, waren ze ook in de jaren 2000 de eersten met een concept met 9 rijen: de Beat Eater. Tijdens die periode kwam er steeds meer vraag naar rooiers die het land egaal zouden aandrukken. Negen rijen voorzien was, volgens het bedrijf, de enige manier om de capaciteit te verhogen zonder dat de rijsnelheid te hoog werd. De Beat Eater werd een succes in de kleine markt van bietenrooiers met 5 exemplaren per jaar.

Het concept van de Hydro Trike XXL werd vernieuwd, met extra tank achter de bestaande trike gemonteerd zodat de totale inhoud steeg naar 24 kuub.

Vervaet vandaag
Een nieuw decennium, een nieuwe uitbreiding. Tegen 2010 kreeg de afdeling landbouw mechanisatie 3 vestigingen. De fabriek in Biervliet kreeg een nieuwe opslagloods, showroom en magazijn.
Een afdeling die steeds belangrijker wordt bij het moderne Vervaet is de Research & Development, waar de markt continu in de gaten wordt gehouden voor het ontwikkelen van nieuwe varianten. Alle ontwikkelingen worden overigens nog steeds bewust binnenshuis gehouden.

Intussen werd de wel erg polyvalente Hydro Trike ontdekt als zelfrijdende sleepslangmachine met als voordelen een hogere capaciteit, een wiel per spoor en het gemakkelijk omdraaien op de kopakker waarbij de pomp aan de put of vrachtwagen kan blijven draaien. De buitenlandse markten voor de machine in Duitsland, Frankrijk, Italië en Engeland winnen aan belang en in 2016 worden de eerste zelfrijders voor vinasse geleverd aan de Franse markt. Deze machines kunnen kleine giften afgeven op grote breedtes en extreem hoge snelheden bereiken in het veld: tot wel 35 km/u! De Hydro Trike Universal Spreader wordt geüpdated en aangepast aan de wensen van de Franse en Engelse markten.

Ook bij de bietenrooiers staat Vervaet niet stil: in 2010 vielen de Beat Eater 617 en 625 nog in de prijzen op BeetEurope. Zes jaar later ontwikkelt het bedrijf een nieuw type bietenrooier: de Q-serie. De Q616 is een lichtgewicht uitvoering met een 16-tons bunker, de Q621 is met haar 21-tons bunker zwaarder.

Derde generatie
Intussen is de derde generatie aan de slag in het familiebedrijf. Het fabrieksterrein beslaat vandaag maar liefst 50.000m2 waarvan 13.500m2 bebouwd. 10% van de omzet wordt uitbesteed aan onderzoek en ontwikkeling en er worden jaarlijks 75 tot 100 nieuwe zelfrijders geproduceerd.

Wat allemaal begon als een klein familiebedrijf, werd een speler van formaat op de landbouwmarkt.

Tekst: Kim Schoukens

Beelden: Antoon Vanderstraeten & Tom Goovaerts

 

 

 

Dit artikel verscheen in Farmers of Europe Magazine nr. 1.

Klik hier om het magazine gratis te lezen. 

Author: Kim Schoukens

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *